Context en aanleiding
Op 1 en 2 juni 2023 deed het NCP EQAVET als peer mee aan een EQAVET peer review in Slovenië. Dit was voor ons de laatste peer review in de huidige cyclus. De peer review werd georganiseerd vanuit het Sloveense NCP EQAVET. Andere peers waren aanwezig uit Oostenrijk, Griekenland, Duitsland, Kroatië en Ierland.
Het onderwerp van de peer review was het nationale systeem van ondersteuning aan mbo-instellingen op het gebied van kwaliteitszorg binnen de school. In tegenstelling tot in Nederland, kent Slovenië weinig wet- en regelgeving ten aanzien van kwaliteitszorg in het beroepsonderwijs. Scholen zijn, net als in Nederland, verplicht om een systeem van interne kwaliteitszorg in te richten, maar zij zijn vrij om dit zelf vorm te geven. Slovenië heeft een Inspectie van het Onderwijs, maar deze controleert met name of scholen voldoen aan wettelijke eisen omtrent financieel beheer, interne organisatie en het verzorgen van inhoudelijk kwalitatieve onderwijsprogramma’s. Het systeem van interne kwaliteitszorg maakt geen onderdeel uit van het Inspectietoezicht. De resultaten van het Inspectietoezicht worden niet openbaar gemaakt.
Kwaliteitszorg is op Sloveense scholen primair de verantwoordelijkheid van de schooldirecteur. Om de directeur hierbij te ondersteunen, is het sinds 2006 voor iedere school verplicht om een kwaliteitscommissie op te richten, waarin de directeur, enkele docenten, een student, een ouder en een vertegenwoordiger uit het bedrijfsleven plaatsnemen. In de wet is niet voorgeschreven hoe vaak deze commissie bijeen moet komen, welke thema’s behandeld kunnen of moeten worden, of hoe een systeem van kwaliteitszorg verder kan worden geïmplementeerd. Deelname aan de commissie is vrijwillig en onbetaald, ook voor de medewerkers van de school. Sinds 2018 heeft de kwaliteitscommissie als wettelijke taak om een jaarlijks zelfevaluatierapport van de school op de website van de school te plaatsen, waarin de 11 standaarden uit het Nationaal Raamwerk voor Kwaliteitszorg aan bod komen. Dit raamwerk, bestaande uit de 10 EQAVET standaarden plus één nationale standaard, is ontwikkeld door het Sloveense Instituut voor Beroepsonderwijs (CPI), waar ook het Sloveense NCP EQAVET is ondergebracht. Het Raamwerk is echter een adviserend document, dat geen wettelijke basis heeft. Het CPI biedt scholen handvaten voor kwaliteitszorg en kan op verzoek van de school ook maatwerkondersteuning bieden.
Hoewel het publiceren van de jaarlijkse zelfevaluatie verplicht is, doet in de praktijk slechts de helft van de mbo-instellingen dit. Als gevolg hiervan heeft het Ministerie van Onderwijs zeer weinig zicht op hoe het met de kwaliteit van mbo-instellingen is gesteld. Wel is duidelijk dat er grote verschillen bestaan tussen scholen op het gebied van interne kwaliteitszorg. Het CPI schat in dat slechts 20% van de mbo-instellingen in Slovenië er op dit moment zelfstandig in slaagt om een deugdelijk systeem van interne kwaliteitszorg te implementeren. Ruim de helft van de scholen zou volgens het CPI ondersteuning nodig hebben om een goede basis van interne kwaliteitszorg mogelijk te maken, en een derde van de scholen zou daarnaast aanvullende structurele ondersteuning nodig hebben om kwaliteitszorg verder te ontwikkelen. De wet laat scholen vrij om op eigen initiatief aan kwaliteit te werken, maar dit levert nog niet het gewenste resultaat. Het Ministerie van Onderwijs heeft geprobeerd scholen te stimuleren om meer met kwaliteitszorg te doen, door good practices uit te lichten, maar ook dit leidt nog onvoldoende tot verbetering. De wet biedt daarnaast weinig mogelijkheden voor extern toezicht op kwaliteit, of tot het opleggen van sancties of andere nadelige gevolgen voor scholen die zich niet aan de wettelijke verplichtingen houden. Dit zou volgens het Ministerie van Onderwijs ook niet passen bij de Sloveense cultuur, die juist sterk gericht is op het stimuleren en belonen van goede voorbeelden, en niet op handhaving en afdwingen van regels. Deze situatie bood voor Slovenië de aanleiding om dit thema als onderwerp voor de EQAVET peer review te kiezen.
De peer review vond plaats in het gebouw van KULT 316, een vakschool voor Horeca en Toerisme van opleidingscentrum BIC Ljubljana. Vertegenwoordigers van deze school waren tijdens een deel de peer review ook aanwezig om hun school als good practice van interne kwaliteitszorg te presenteren. Daarnaast waren vertegenwoordigers van vier andere scholen aanwezig. Ook aanwezig waren vertegenwoordigers van de sector Kwaliteit en Analyse binnen het Bureau voor Ontwikkeling en Kwaliteit van het Sloveense Ministerie van Onderwijs en een vertegenwoordiger van het Nationaal Examenbureau. De vragen die tijdens de peer review werden besproken, waren:
- Hoe kan er op het niveau van de individuele opleider een samenhangend en alomvattend intern kwaliteitszorgsysteem worden opgezet, gezien de verschillende kwaliteitszorgmodellen die door ondersteunende instanties op nationaal niveau worden aangeboden?
- Is het niveau van autonomie dat aan opleiders wordt verleend bij het opzetten van interne kwaliteitszorgsystemen passend? Is het geschikt voor alle opleiders of slechts een deel? Hebben sommige opleiders meer ondersteuning en/of andere prikkels nodig om relevante interne kwaliteitszorgsystemen op te zetten?
- Hoe kunnen systeemondersteuning en stimuleringsmaatregelen voor opleiders, aangeboden door het Ministerie en nationale publieke instituten, worden versterkt?
Aan het einde van de peer review koppelden de peers hun feedback mondeling terug:
- De peers constateerden tijdens de peer review dat kwaliteitszorg niet consistent wordt benaderd in het Sloveneense (beroeps)onderwijs. Er lijkt behoefte aan een nationale visie op kwaliteitszorg en aan het samenvoegen van verschillende kwaliteitszorgmodellen tot één – wettelijk – kader.
- Scholen met good practices in kwaliteitszorg zouden een grotere rol kunnen spelen in het ondersteunen van andere scholen, bijvoorbeeld via nationale of regionale netwerken (zoals in Nederland het Kwaliteitsnetwerk mbo).
- Externe evaluatie, bijvoorbeeld door de Inspectie, zou opnieuw kunnen worden overwogen, aangezien een deel van scholen de voorkeur geeft aan een meer gecentraliseerd systeem van kwaliteitszorg.
- Het kan behulpzaam zijn om op nationaal niveau een cyclus van zelfevaluatie in te voeren. Dit proces zou de voorbereiding, een zelfevaluatierapport en een extern evaluatieproces omvatten om de effectiviteit van kwaliteitszorg in de school te onderzoeken, zoals beschreven in het zelfevaluatierapport. Daarnaast kan de inhoud en opzet van het zelfevaluatierapport concreter worden gedefinieerd.
- In dialoog met de scholen moet het Ministerie duidelijk maken wat de toegevoegde waarde van kwaliteitszorg voor de school is, en dat het zelfevaluatierapport niet het doel van kwaliteitszorg is, maar slechts een stap in een alomvattende kwaliteitscyclus. Over het algemeen moeten scholen worden overtuigd van de voordelen van kwaliteitszorg en het niet beschouwen als een ‘last’.
- Het ministerie moet zorgen voor voldoende kennis en competenties op het gebied van kwaliteitszorg bij schoolleiders en docenten, mogelijk via het nationale schoolleiderschapsprogramma.
- Systeemondersteuning en stimuleringsmaatregelen voor alle opleiders kunnen versterkt worden door meer peer reviews op nationaal niveau te organiseren (gestimuleerd en gefinancierd door de overheid/ministerie).
- Het zou goed zijn als het ministerie ten minste één kwaliteitszorgmedewerker financiert voor elke school.
- Het CPI kan een basistraining ontwikkelen over kwaliteitszorg voor medewerkers van scholen, in lijn met de nationale visie op kwaliteitszorg. Deze training kan worden aangeboden aan alle opleiders die meer begeleiding en ondersteuning nodig hebben op het gebied van kwaliteitszorg, gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs.
De feedback is verder uitgewerkt in een feedbackrapport, dat voor Slovenië een belangrijke bron vormt voor de planning en uitvoering van verbeteringen aan het nationale systeem ter ondersteuning van mbo-instellingen op het gebied van interne kwaliteitszorg en ontwikkeling. Hiermee gaat het Sloveense NCP EQAVET, in samenwerking met het Ministerie van Onderwijs, de komende tijd aan de slag.